door Helma Matthijssen
•
03 dec, 2020
Waar komt de naam Keukenhof vandaan? De naam Keukenhof is ontstaan vanuit de naam Keukenduin; die naam werd al in de 13de eeuw gebruikt voor de landerijen van Slot Teylingen. De opbrengst van het ruige duingebied, zoals wild, vee en allerlei kruiden en bessen, kwam ten goede aan de huishouding ofwel de keuken van het slot, in eigendom van de graven van Holland. Vanuit deze vesting werd op last van de graven ook naar het westen, door een moerassige strandvlakte, een verhoogde weg aangelegd naar het jachtdomein in de Noordwijkerhoutse duinen. Het werd de Gravendam, nu Gravendamse weg. Op Slot Teylingen was de Hollandse gravin Jacoba van Beieren (1401-1436) de bekendste bewoner. Zij trok zich terug op het slot na de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Frank van Borselen werd er haar vierde gemaal. Op 35 jarige leeftijd overleed ze daar aan tuberculose. Van Keukenduin naar Keukenhof 1602 – het jaar van oprichting van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) – wordt door velen gezien als de start van de Gouden Eeuw. Door de toenemende welvaart was er in Amsterdam veel vraag naar duinzand; voor de bouw van woningen en voor de uitbreiding van de stad. In 1604 werd voor het Keukenduin met toestemming van de opperhoutvester van Holland; prins Maurits, een eeuwigdurend erfpacht vergeven aan Gerard van der Laen, Andries van Tienen en Johan van Sypesteyn om het duin af te zanden en om te zetten naar landbouwgrond. Vanwege de hoge kosten werden er vijf kompanen bij gezocht om met voldoende startkapitaal de zandsloten te gaan graven om al het zand af te voeren. Zandsloten die nu nog steeds een groot deel van het landschap bepalen. De bouw van Keukenhof: Hofstede Keuckenhouff In 1641 bouwt Adriaen Maertensz. Block een groot, classicistisch, vierkant landhuis. Hij noemt het Hofstede Keuckenhouff. Het zijn de door geldnood gedwongen zonen van Gerard van der Laen die een deel van hun erfpacht verkopen aan hun zwager. Handelskoopman Block uit Gouda is getrouwd met hun zuster en als commandeur van de VOC rijk geworden in de specerijenhandel. Zoals veel koopmannen uit die tijd investeert hij graag zijn geld in een fraai landhuis met omliggend land. Het huis Keukenhof wordt een kasteel Meer dan 200 jaar later komt het landgoed Keukenhof in eigendom van een adellijke familie. Het wordt zo gered van splitsing in percelen en het landgoed wordt zelfs grondig vernieuwd en uitgebreid. De familie Steengracht en later de familie Van Pallandt-Steengracht bouwen er het charmante Zwitserse speelhuis Frederiks Hof (1850), een nieuw koetshuis (1857-58) en ook het classicistisch landhuis wordt volgens de laatste mode in 1861-1862 omgetoverd tot een kasteel met zes verschillende torens. Keukenhof krijgt Zochertuin Bij een kasteel hoort natuurlijk ook een fraaie tuin volgens de heersende mode. In 1857 krijgen de dan al beroemde tuinarchitecten Jan David Zocher jr. en zijn zoon Louis Paul Zocher de opdracht voor het 'herscheppen' van de al aanwezige Engelse landschapstuin van Keukenhof en ook de zogenaamde ‘overtuin’, van de vroegere buitenplaats Zandvliet. Dat deel, aan de noordzijde van nu de Stationsweg, hoort dan ook bij landgoed Keukenhof. Niet alle plannen van de Zochers worden uitgevoerd. De vijver van het voormalige Zandvliet wordt wel sterk vergroot. De buitenplaats Zandvliet was in 1660 gebouwd en in 1803 verkocht aan mr J.A. Went uit Hillegom. Went was getrouwd met de stiefdochter van de toenmalige eigenaar van Keukenhof. Went deed als notaris de aankoop in opdracht van Simon Petrus Joosten uit Amsterdam, het leidde er toe dat in 1808 de buitenplaats Zandvliet onderdeel werd van landgoed Keukenhof. Op dit terrein van de voormalige buitenplaats Zandvliet is in 1949 de bloemententoonstelling Keukenhof aangelegd. De laatste eigenaar van Kasteel Keukenhof, de graaf van Lynden, heeft bij zijn toestemming voor de bloemententoonstelling wel bedongen dat de aanleg in landschapsstijl met de handtekening van de Zochers behouden moest blijven. Het is dan ook de Zochertuin van het voormalige Zandvliet die nu al weer vele jaren (vanaf 1950) het prachtige decor vormt voor de kleurrijke bloemententoonstelling Keukenhof. Behalve de tuin en de vijver resteert van de oude situatie van buitenplaats Zandvliet alleen de 18e eeuwse dubbele dienstwoning 't Hoogje aan de Stationsweg. Buitenplaats Zandvliet vroeger ook pronkjuweel In 1720 kwam de buitenplaats Zandvliet in handen van Amsterdammer mr. Joan Henry van Heemskerk die het landgoed verfraaide met Franse tuinen en klassieke tuinbeelden en tinnen vazen. Rond 1760 vererfde Zandvliet op Jacob Adriaan baron du Tour. Deze baron was bekend vanwege zijn grote verzameling levende en opgezette dieren. In de tuin van het landgoed hield hij onder andere Mexicaanse bokken. wijngaardslakken, slangen en zijdewormen. En vooral allerlei vogels zoals kalkoenen, parelhoenders, Utrechtse hennen, een lepelaar, krieltjes en Chineze fazanten. In de vijvers hield hij diverse soorten zwanen, eenden en siervissen. Ook had hij een fontein met paardenkracht en een rosmolen om zijn gasten in de zomer te imponeren. (bron: buitenplaatsen in Nederland rosmolen ). In 1772 liet hij in de wildernis achter zijn tuinen ook een Engelse tuin aanleggen. Het huidige tentoonstellingsterrein dat later door Zocher en Zn. is verfraaid. In 1781 werd de buitenplaats met tuin compleet met gouden en zilveren vissen in de vijvers verkocht aan de volgende koopman uit Amsterdam. Leuk om te weten dat het pronken met je mooie spullen goed past bij het verleden van deze fraaie buitenplaats en het verhaal en de geschiedenis van de tulp. TIPS: In de tuin van het Keukenhof kasteel vind je maar liefst 15 monumenten . Maak een wandeling langs kasteel Keukenhof als de dahlia’s bloeien (augustus/september). In de Blauwe Salon van kasteel Keukenhof is er nog een plafondschildering uit 1846 in Italiaanse renaissancestijl die doet denken aan het oude Rome. Maakt dit verhaal over Keukenhof je nieuwsgierig naar meer? Fiets- of wandel dan mee met één van de tours van Bollenstreek-wordt-Bloemenstreek met lokale gids.